A côté des mesures antidiscriminatoires classiques du modèle OCDE, l'article 24 prévoit, d'une part, que l'impôt perçu sur les bénéfices d'établissements stables belges de sociétés qui sont des résidents de l'Equateur ne peut pas excéder l'impôt applicable aux sociétés qui sont des résidents de la Belgique et laisse, d'autre part, à la Belgique la possibilité de prélever le précompte mobilier sur les dividendes de participations se rattachant effectivement à un établissement stable situé en Belgique dont dispose une société qui est un résident de l'Equateur.
Naast de klassieke antidiscriminatiemaatregelen van het OESO-model, bepaalt artikel 24, enerzijds, dat de belasting geheven naar winst van Belgische vaste inrichtingen van vennootschappen die inwoner zijn van Ecuador niet meer mag bedragen dan de belasting die van toepassing is op vennootschappen die inwoner zijn van België, en laat anderzijds België de mogelijkheid roerende voorheffing te heffen van dividenden uit een deelneming die wezenlijk is verbonden met een in België gelegen vaste inrichting waarover een vennootschap die een inwoner is van Ecuador beschikt.