2. En cas de prêt, location ou cession à un organisme fondé à bénéficier de l’exonération en application de l’article 51 ou le cas échéant, à un organisme fondé à bénéficier de l’exonération en application de l’article 43, paragraphe 1, point a), l’exonération reste acquise pour autant que ceux-ci utilisent les biens en cause à des fins ouvrant droit à l’octroi de telles exonérations.
2. Indien de goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een organisatie die krachtens artikel 51 voor vrijstelling in aanmerking komt of, eventueel, aan een organisatie die krachtens artikel 43, lid 1, onder a), voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisaties de betrokken goederen gebruiken voor doeleinden welke recht geven op het verlenen van dergelijke vrijstellingen.