15. souligne qu'une entreprise bien dirigée devrait faire preuve de transparence et de responsabilité envers ses actionnaires et, le cas échéant, les autres parties prenantes; réaffirme que les dirigeants des sociétés sont tenus de prendre en considération la viabilité et les intérêts à long terme au moment d'arrêter des décisions, afin de réduire le plus possible les risques;
15. benadrukt dat een goed bestuurde onderneming transparant moet zijn voor en verantwoording moet afleggen aan haar aandeelhouders en, indien van toepassing, andere belanghebbenden; wijst er opnieuw op dat directeuren van ondernemingen duurzaamheid en langetermijnbelangen in aanmerking moeten nemen bij hun besluitvorming, om risico's zoveel mogelijk te beperken;