Bien que l'Organe de contrôle puisse être invité par les organes publics mentionnés dans l'article 36ter/8 de la loi sur la protection de la vie privée (la Commission de la protection de la vie privée, les autorités judiciaires et administratives, le ministre de la Justice, le ministre de l'Intérieur et la Chambre des représentants) à effectuer une enquête déterminée, son intervention ne dépend pas d'une telle demande.
Hoewel het Controleorgaan door de in artikel 36ter/8 van de Privacywet vermelde overheidsorganen (de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de gerechtelijke en bestuurlijke overheden, de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en de Kamer van volksvertegenwoordigers) kan worden verzocht een bepaald onderzoek uit te voeren, is zijn optreden niet afhankelijk van zulk een verzoek.