1. L'article 14, alinéa 1er, de la loi du 20 décembre 2001 relative au dédommagement des membres de la Communauté juive de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont délaissés pendant la guerre 1940-1945, prévoit qu'au terme du mandat de la Commission et de la liquidation des montants des dédommagements individuels, le solde du compte de trèsorerie sera versé à une Fondation dont les missions de nature sociale, culturelle et religieuse rencontrent les besoins de la Communauté juive de Belgique.
1. Artikel 14, eerste lid, van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunde
rd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, bepaalt dat na afloop van het mandaat van de commissie en van de vereffening van de bedragen van de individuele schadeloosstellingen, het saldo van de thesaurierekening zal worden overgemaakt aan een Stichting waarvan de opdr
achten van sociale, culturele of religieuze aard tegemoetkomen aan de behoeften van de
...[+++] Joodse Gemeenschap van België.