En outre, les articles 5, 6 et 9 du règlement prévoient un mécanisme par lequel les agents de surface qui ne répondent pas à l’exigence susmentionnée de biodégradabilité finale peuvent néanmoins bénéficier d’une dérogation en vue de certaines applications industrielles ou institutionnelles spécifiques, pour autant que ces applications soient faiblement dispersives et que le risque pour l’environnement soit limité par rapport aux avantages socioéconomiques.
Bovendien bevatten de artikelen 5, 6 en 9 van die verordening een mechanisme dat ervoor zorgt dat voor oppervlakteactieve stoffen die niet aan bovengenoemd voorschrift voor totale biologische afbreekbaarheid voldoen, een ontheffing kan worden verleend voor specifieke industriële of institutionele toepassingen, mits het weinig verspreide toepassingen betreft en de eraan verbonden risico’s voor het milieu klein zijn in vergelijking met de sociaaleconomische voordelen.