Afin de garantir l’application par les opérateurs, les professionnels des animaux et les détenteurs d’animaux de compagnie, de mesures de biosécurité suffisamment souples, adaptées au type de production et aux espèces ou catégories d’animaux concernées et respectueuses de la situation locale et des évolutions techniques, il convient de conférer à la Commission le pouvoir d’adopter des actes conformément à l’article 290 du traité sur le fonctionnement de l’Union européenne afin qu’elle fixe des exigences supplémentaires et plus détaillées en matière de biosécurité.
Teneinde te waarborgen dat de door de exploitanten, personen die zich beroepsmatig met dieren bezighouden en houders van gezelschapsdieren uitgevoerde biobeveiligingsmaatregelen voldoende soepel zijn, dat zij zijn aangepast aan het soort productie en de soorten of categorieën betrokken dieren, en dat rekening wordt gehouden met de lokale omstandigheden en technische ontwikkelingen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van aanvullende en nadere voorschriften inzake biobeveiliging.