73. est convaincu que la production et l'utilisation durables de la biomasse, y compris les cultures plus modestes s'intégrant dans des politiques de développement rural, présentent des avantages considérables pour les pays en développement et qu'un transfert de technologie avec ces pays tiers ainsi que l'exportation
de technologies de bioénergie doivent être soutenus par l'Union européenne; estime néanmoins que cette politique devrait être équilibrée et que ce
s efforts devraient viser en priorité la sati ...[+++]sfaction des besoins propres en énergie de ces pays, plutôt que le développement exclusif de leur capacité d’exportation; 73. is overtuigd dat de duurzame productie en het duurzaam gebruik van biomassa, onder meer via kleinschalige teelt en als onderdeel van een integraal beleid voor plattelandsontwikkeling, voor ontwikkelingslanden aanzienlijke voordelen bieden en voor technologieoverdracht met deze derde wereldlanden en dat de export van biotechnologieën do
or de Europese Unie dient te worden ondersteund; is echter van mening dat dit beleid evenwichtig moet zijn en dat de inspanningen op de eerste plaats gericht zouden moeten zijn op de eigen bevrediging van energiebehoeftes van landen in plaats van uitsluitend op de ontwikkeling van hun exportcapaciteit;
...[+++]