L'article 69, § 3, précité, crée une différence de traitement entre les père, mère, adoptant, tuteur officieux, tuteur, curateur ou attributaire, d'une part, et l'administrateur provisoire, d'autre part, seuls les premiers étant habilités à faire opposition, dans l'intérêt du bénéficiaire des allocations familiales, au paiement de celles-ci aux personnes désignées par l'article 69, §§ 1, 2 et 2 bis.
Het voormelde artikel 69, § 3, creëert een verschil in behandeling tussen de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende, enerzijds, en de voorlopige bewindvoerder, anderzijds, vermits alleen de eerstgenoemden gemachtigd zijn om, in het belang van de rechtgevende van de kinderbijslag, verzet aan te tekenen tegen de betaling ervan aan de personen die zijn aangewezen bij artikel 69, §§ 1, 2 en 2 bis.