« Art. 45. Dans tous les cas où il est tenu compte de l'évaluation pour l'établissement du classement des candidats à une nomination, les agents qui ont obtenu la mention " bon" et comptent moins de trois ans d'ancienneté, lors de l'introduction de leur candidature, invoquer la mention d'évaluation plus favorable qu'ils avaient en dernier lieu dans leur grade ou titre antérieur, lorsque leurs candidatures doivent être comparées avec celles d'autres candidats, titulaires de ce dernier grade ou titre.
« Art. 45. In alle gevallen waarin er, voor de vaststelling van de rangschikking der kandidaten voor een benoeming, rekening wordt gehouden met de evaluatie, kunnen de ambtenaren die met de vermelding « goed » geëvalueerd zijn en sinds de toekenning van hun graad of titel minder dan drie jaar anciënniteit tellen, bij het indienen van hun kandidatuur de gunstigere evaluatievermelding inroepen, die zij het laatst in hun vorige graad of titel bezaten, wanneer hun kandidatuur moet vergeleken worden met die van andere kandidaten, titularissen van laatst bedoelde graad of titel.