5. fait observer que, dans la conduite des négociations relatives au budget 2006, la conclusion d'un accord entre les deux branches de l'autorité budgétaire n'a pas été facilitée par l'attitude de la Commission; souligne qu'il importe que cette dernière joue son rôle d'arbitre crédible et impartial entre les deux branches de l'autorité budgétaire, afin d'assurer la coopération pleine et entière du Parlement;
5. stelt vast dat bij het voeren van de onderhandelingen over de begroting 2006 de houding van de Commissie het bereiken van overeenstemming tussen de twee takken van de begrotingsautoriteit niet gemakkelijker heeft gemaakt; benadrukt het belang van de rol die de Commissie moet vervullen als geloofwaardige en onpartijdige arbiter tussen de twee takken van de begrotingsautoriteit, teneinde verzekerd te zijn van de volledige medewerking van het Parlement;