L'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 relatif à la
redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, pris en exécution du décret du Conseil flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures
d'accompagnement du budget 1996, modifié par le décret du 8 juillet 1996 contenant diverses mesures d'accompagnement de l'ajustement du budget 1996, qui dispose qu'une habitation est réputée être inoccupée
lorsqu'elle n'a pas servi ...[+++] effectivement d'habitation pendant au moins douze moins consécutifs, est entré en vigueur le 1 mai 1996.
Het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, genomen in uitvoering van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, gewijzigd bij decreet van 8 juli 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1996, dat bepaalt dat een woning als leegstaand wordt beschouwd wanneer zij gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet effectief wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie, trad in werking op 1 mei 1996.