10. prend acte de ce que la planification budgétaire pourrait encore être nettement améliorée, bien que des progrès considérables aient été réalisés par rapport à l'exercice 2012, au cours duquel le Bureau a acquis son indépendance financière; invite le Bureau à poursuivre, à l'avenir, ses efforts de suivi du budget;
10. merkt op dat er nog steeds behoorlijke verbeteringen mogelijk zijn in de budgettaire planning, hoewel er belangrijke verbeteringen zijn gerealiseerd ten opzichte van het begrotingsjaar 2012, waarin het Bureau financieel onafhankelijk werd; vraagt het Bureau zijn financiële planning in de toekomst verder te verbeteren;