En regard de ce qui précède, le fait d'isoler la question de la gratuité du premier dimanche du mois équivaut à ne traiter qu'un aspect certes intéressant mais somme toute secondaire par rapport à la problématique globale de l'accès à la culture, sans parler du manque à gagner qu'entraîneraient les douze dimanches gratuits, jours particulièrement importants en termes d'entrées pour les musées, et ce de surcroît, en période de restrictions budgétaires.
Gelet op wat hierboven is gezegd, komt het los van de rest zien van het probleem van de gratis eerste zondag van de maand erop neer dat slechts één weliswaar interessant maar eigenlijk randaspect van de alomvattende problematiek van de toegang tot cultuur in beschouwing wordt genomen, om dan nog maar te zwijgen van de gederfde ontvangsten die het gevolg zouden zijn van de twaalf gratis zondagen die voor de musea qua inkomsten heel belangrijk zijn en dit bovendien in tijden van budgettaire beperkingen.