2.3.2° Pour l'application du point 3.4 de l'annexe I. B du Règlement, l'âge maximal d'introduction dans une unité de production biologique d'animaux non élevés selon le mode de production biologique est ramené à 15 jours pour les jeunes buffles, les veaux, les poulains, les agneaux et les chevreaux; il est fixé à 3 jours pour les autruches et à 15 jours pour les cervidés.
2.3.2° Voor de toepassing van punten 3.4 van bijlage I. B bij de Verordening wordt de maximale leeftijd voor het binnenbrengen in een biologische productie-eenheid van dieren, die niet gehouden worden volgens de biologische productiemethode, teruggebracht op 15 dagen voor jonge buffels, kalveren, veulens, lammeren en jonge geitjes, en vastgelegd op 3 dagen voor struisvogels en op 15 dagen voor hertachtigen.