Le directeur du Bureau du chômage de l'ONEM, tel que prévu aux articles 1, 5° et 142, 3° de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 précité, dans le ressort duquel l'utilisateur a son domicile principal, peut s'opposer à l'encaissement du chèque-service ou peut décider que seul un chèque-service avec une valeur nominale inférieure peut être encaissé, s'il est certain que la réglementation n'a pas été respectée, particulièrement si:
De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA, zoals bedoeld in de artikelen 1, 5° en 142, 3° van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991, in wiens ambtsgebied de gebruiker zijn woonplaats heeft, kan zich verzetten tegen de verzilvering van de dienstencheque of kan beslissen dat slechts een dienstencheque met een lagere nominale waarde mag worden verzilverd, indien vast staat dat de regelgeving niet werd nageleefd, inzonderheid indien: