Art. 2. Les dépenses légales obligatoires des communes au profit des fabriques d'église seront prises en charge par les communes de Malmedy, Waimes, Amel, Büllingen, Bütgenbach, Burg-Reuland et Sankt Vith pour la fabrique protestante Malmedy-Sankt Vith et par les communes d'Eupen, Lontzen, Kelmis, Raeren, Baelen, Plombières et Welkenraedt pour la fabrique protestante Eupen-Neu-Moresnet proportionnellement au nombre de fidèles résidant sur leur territoire, à moins que les conseils communaux concernés ne décident à l'unanimité d'une autre clé de répartition.
Art. 2. De verplichte wettelijke uitgaven van de gemeenten ten gunste van de k
erkfabrieken worden voor de
protestantse kerkfabriek Malmedy-Sankt Vith door de gemeenten Malmedy, Waimes, Amel, Bül
lingen, Bütgenbach, Burg-Reuland en Sankt Vith en voor de
protestantse kerkfabriek Eupen-Neu-Moresnet door de gemeenten Eupen, Lontzen, Kelmis, Raeren, Baelen, Plombières en Welkenraedt ten laste ge
...[+++]nomen naar verhouding van het aantal gelovigen die op hun grondgebied verblijven, tenzij de betrokken gemeentenraden met eenparigheid van stemmen een andere verdeelsleutel vastleggen.