Il résulte de ces dispositions, combinées avec les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, qu'une différence de traitement fondée sur l'âge, telle que celle résultant de la fixation de conditions d'âge minimal pour l'accès à certains avantages liés à l'emploi, n'est pas discriminatoire si elle repose sur un critère objectif, et si elle peut être raisonnablement justifiée par un but légitime, lié notamment à la politique de l'emploi, du marché du travail ou un autre but légitime comparable, et s'il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé.
Uit die bepalingen, in samenhang gelezen met de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet, volgt dat een verschil in behandeling op grond van leeftijd, zoals dat welk het gevolg is van de vaststelling van minimumvoorwaarden met betrekking tot leeftijd voor de toegang tot bepaalde voordelen verbonden aan arbeid, niet discriminerend is indien het op een
objectief criterium berust, en indien het redelijk kan worden gerec
htvaardigd door een legitiem doel dat met name verband houdt met het beleid op het terrein van de werkgelegenheid, d
...[+++]e arbeidsmarkt of een ander vergelijkbaar legitiem doel, en indien er tussen de aangewende middelen en het beoogde doel een redelijk verband van evenredigheid bestaat.