5 bis. Chaque État membre répartit les fonds destinés aux programmes nationaux indiqués à l'annexe 1 comme suit: au moins 20 % pour les actions relatives à l'objectif spécifique mentionné à l'article 3, paragraphe 2, point a) et au moins 10 % pour les actions relatives à l'objectif spécifique mentionné à l'article 3, paragraphe 2, point b).
5 bis. Iedere lidstaat wijst de in bijlage I bedoelde bedragen als volgt toe: ten minste 20 % voor acties die verband houden met de in artikel 3, lid 2, onder a) bedoelde specifieke doelstelling en ten minste 10 % voor acties die verband houden met de in artikel 3, lid 2, onder b) bedoelde specifieke doelstelling.