Moerman et E. De Groot, assistée du greffier F. Meersschaut, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 21 mai 2015 en cause de la SA « Fidea » contre Jocksy Djelema Y
ami et David Kounga Byrne, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 juin 2015, le Tribunal de police francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « Une action récursoire d'un assureur, qui a indemnisé son preneur d'assurance dans le cadre de l'indemnisation automatique d'un usager faible, sur base de l'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assu
...[+++]rance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, fondée sur son manquement contractuel, qui a consisté à confier sciemment son véhicule automobile à une personne ne satisfaisant pas aux conditions pour conduire et qui a provoqué un accident de la circulation, dans la survenance duquel il est entièrement responsable, est-elle conciliable avec la ratio legis de l'article 29bis ?Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 21 mei 2015 in zake de nv « Fidea » tegen Jocksy Djelema Y
ami en David Kounga Byrne, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juni 2015, heeft de Franstalige Politierechtbank te Brussel, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is een regresvordering van een verzekeraar, die zijn verzekeringnemer in het kader van de automatische schadevergoeding van een zwakke weggebruiker heeft vergoed op basis van artikel 29bis van de wet van 21 november
...[+++] 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, op grond van diens contractuele wanprestatie, die erin heeft bestaan dat hij zijn wagen wetens en willens heeft toevertrouwd aan een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden om te rijden en die een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waarbij hij volledig aansprakelijk is voor het voorvallen ervan, verenigbaar met de ratio legis van artikel 29bis ?