En permettant au centre public d'action sociale de refuser au citoyen européen, non belge, qui a ou conserve la qualité de travailleur, ainsi qu'aux membres de sa famille, le bénéfice de l'aide sociale pendant les trois premiers mois de leur séjour et le bénéfice des aides d'entretien jusqu'à l'obtention d'un droit de séjour permanent en Belgique, l'article 12 de la loi attaquée a en outre instauré une différence de traitement contraire au principe d'égalité contenu à l'article 24, paragraphe 1, de la directive (CJUE, 21 février 2013, L.N., C-46/12, point 51; 4 juin 2009, Vatsouras et Koupatantze, C-22/08, et C-23/08, point 32).
Door het het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn mogelijk te maken om aan de Europese burger, niet-Belg, die de hoedanigheid van werknemer heeft of behoudt, alsook aan zijn familieleden, het voordeel van de maatschappelijke dienstverlening te weigeren gedure
nde de eerste drie maanden van hun verblijf, alsook het voordeel van de steun voor levensonderhoud tot het verkrijgen van een duurzaam verblijfsrecht in België, heeft artikel 12 van de bestreden wet bovendien een verschil in behandeling ingevoerd dat in strijd is met het gelijkheidsbeginsel vervat in artikel 24, lid 1, van de richtlijn (HvJ, 21 februari 2013, L.N., C-46/12,
...[+++]punt 51; 4 juni 2009, Vatsouras en Koupatantze, C-22/8 en C-23/8, punt 32).