Ce résultat peu flatteur s'accompagne toutefois d'un accès des travailleurs à la formation légèrement supérieur (41 % contre 40 %) à la moyenne européenne, témoignant d'une conception extensive de la formation qui allie un faible volume de formation (en coûts et en heures) à un grand nombre de bénéficiaires.
Dit weinig vleiende resultaat gaat echter gepaard met een iets hogere opleidingsparticipatie dan gemiddeld in de EU het geval is (41 % tegenover 40 %), hetgeen wijst op een wijdverbreide opleidingsaanpak die een gering aantal opleidingsuren en -kosten combineert met een groot aantal begunstigden.