9. invite les États membres, dans le cadre d'accords de travail bilatéraux sur l'accueil des ressortissants de pays tiers ou par d'autres voies, à veiller à ce que les femmes migrantes bénéficient d'un régime juridique et professionnel sûr dans les pays d'accueil et ne fassent pas l'objet de discriminations, ni de genre ni d'origine, conformément en cela à l'acquis communautaire.
9. verzoekt de lidstaten, door middel van bilaterale overeenkomsten inzake tewerkstelling in verband met de aankomst van onderdanen van derde landen dan wel anderszins, te zorgen dat vrouwelijke immigranten in de gastlanden een gewaarborgde verblijfs- en arbeidsstatus hebben en dat zij niet worden gediscrimineerd op grond van geslacht of afkomst, conform de Gemeenschapswetgeving.