2. Il est interdit aux navires de pêche des pays tiers d'accéder aux ports des États membres, de bénéficier de services portuaires et de mener des opérations de débarquement ou de transbordement dans lesdits ports, à moins qu'ils ne répondent aux exigences énoncées dans le présent règlement, sauf en cas de force majeure ou de détresse au sens de l'article 18 de la CNUDM («force majeure ou détresse») pour bénéficier des services strictement nécessaires pour régler ces situations.
2. De toegang tot de havens van de lidstaten, de toegang tot havendiensten en het in die havens verrichten van activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading zijn verboden voor vissersvaartuigen van derde landen, tenzij deze vaartuigen voldoen aan de in deze verordening gestelde eisen, met uitzondering van situaties van overmacht of noodsituaties in de zin van artikel 18 van het UNCLOS („overmacht of noodsituaties”) voor het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om die situaties te verhelpen.