Le requérant qui, dans l'État d'origine, a bénéficié en tout ou en partie de l'assistance judiciaire ou d'une exemption de frais et dépens, bénéficie, dans la procédure prévue aux articles 32 à 35, de l'assistance la plus favorable ou de l'exemption la plus large prévue par le droit de l'État requis.
De verzoeker die in de Staat van herkomst in aanmerking kwam voor gehele of gedeeltelijke kosteloze rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven, komt in de procedure volgens de artikelen 32 tot en met 35 in aanmerking voor de meest gunstige bijstand of voor de meest ruime vrijstelling waarin het recht van de aangezochte Staat voorziet.