60. Il s'ensuit que, ainsi que l'ont soutenu l'ensemble des Etats membres et la Commission européenne, qui ont présenté des observations au sujet de la première question ou des première et deuxième questions, l'Etat membre d'exécution est autorisé à subordonner la remise d'une personne se trouvant dans une situation telle que celle de I. B. à une application conjointe des conditions prévues à l'article 5, points 1 et 3, de la décision-cadre 2002/584 ».
60. Hieruit volgt dat, zoals is betoogd door alle lidstaten en de Europese Commissie, die opmerkingen betreffende de eerste vraag of de eerste en de tweede vraag hebben ingediend, het de uitvoerende lidstaat is toegestaan de overlevering van een persoon die zich in een situatie als die van I. B. bevindt, afhankelijk te stellen van de cumulatieve toepassing van de voorwaarden van artikel 5, punten 1 en 3, van kaderbesluit 2002/584 ».