8. reconnaît que la réponse la plus logique à l'évolution des cours du pétrole est de se rabattre sur les sources d'énergie alternatives qui n'émettent pas de C02, ainsi que l'envisage la directive 2003/30/CE sur les biocarburants; souligne l'importance des actions visant à réduire l'intensité d'énergie en utilisant moins d'énergie pour la même production économique (au vu du taux de réduction en Europe depuis les années 1970) et en poursuivant les efforts en cours en matière d'efficacité énergétique, notamment sans le domaine du chauffage et de la réfrigération;
8. erkent dat het meest voor de hand liggen antwoord op de olieprijsstijgingen de overstap is op alternatieve, CO-uitstootvrije energiebronnen, zoals die genoemd in Richtlijn 2003/30/EG ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen, en beklemtoont het belang van maatregelen ter vermindering van de energie-intensiteit door het gebruik van minder energie voor dezelfde economische output (onder verwijzing naar het reductiepercentage in Europa sinds de jaren 70) en van de voortzetting van maatregelen gericht op meer energie-efficiëntie, zoals op het gebied van verwarming en koeling;