Les requérantes font grief à la Commission d’avoir adressé au gouvernement néerlandais, à propos d’une enquête de l’Office européen de lutte antifraude («OLAF») qui n’est pas encore clôturée et dans laquelle celui-ci n’a encore rendu aucun rapport (définitif), des lettres dans lesquelles elle cite nommément les requérantes et indique, ou, du moins, suggère avec insistance, que les requérantes se seraient rendues coupables d’irrégularités dans le cadre de la gestion du neuvième Fonds européen de développement, raison pour laquelle elle a décidé de ne pas confier aux requérantes la gestion des projets prévus pour les anciennes Antilles néerlandaises dans le cadre du dixième Fonds européen de développement.
Verzoekende partijen voeren aan dat verweerster brieven heeft gezonden naar de Nederlandse regering over een hangend onderzoek uitgevoerd door het Europees Bureau voor fraudebestrijding („OLAF”) waarin nog geen (eind)verslag is opgesteld, maar waarin zij verzoeksters uitdrukkelijk noemt en waarin zij aangeeft, of minstens zeer sterk de suggestie wekt, dat verzoeksters betrokken zijn bij onregelmatigheden in het kader van het beheer van het negende Europees ontwikkelingsfondsproject, en waarin zij vervolgens, op basis van die bewering, heeft besloten dat het beheer van het tiende Europees ontwikkelingsfonds voor de projecten op de voormalige Nederlandse Antillen niet aan verzoeksters kan worden toegewezen.