Le projet de loi de mon collègue, le ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, permettant l'utilisation des caméras intelligentes, y compris les caméras avec reconnaissance faciale, prend en considération l'avis 15/2016 de la Commission de la vie privée laquelle soulevait de sérieuses questions à la lumière du principe de proportionnalité et d'une motivation insuffisante.
Op het voorstel van mijn collega, minister van Veiligheid en Binnenlandse zaken om intelligente camera's toe te laten, waaronder de camera's met gezichtsherkenning, heeft de Privacycommissie in zijn advies 15/2016, zijn standpunt in beraad gehouden omwille van de ernstige vragen die het oproept in het licht van het proportionaliteitsbeginsel en om de zwakke onderbouwing en motivering.