31. prend acte des effets apparemment bénéfiques des différentes politiques de réduction de l'inflation et d'ancrage des taux de change déjà menées dans de nombreux pays candidats, mais souligne la nécessité d'approches pragmatiques pour permettre les ajustements appropriés, garantir le gradualisme et la soutenabilité de la phase de préadhésion, la crédibilité de ces monnaies sur le moyen terme, et encourage une politique de prévention des risques de déséquilibre des comptes extérieurs et de crises de change;
31. neemt kennis van de op het oog gunstige effecten van de diverse beleidsmaatregelen van talrijke kandidaatlanden die zijn gericht op een vermindering van de inflatie en een verankering van de wisselkoersen, maar wijst op de noodzaak van een pragmatische aanpak om de nodige aanpassingen mogelijk te maken, de geleidelijkheid en de duurzaamheid van de pretoetredingsfase alsmede de geloofwaardigheid van de desbetreffende munteenheden op middellange termijn te waarborgen, en pleit voor een beleid dat is gericht op de preventie van het risico van onevenwichtige betalingsbalansen en valutacrises;