Art. 28. Si un candidat figurant sur la liste visée à l'article 19, alinéa 3 est licencié avant l'installation officielle, visée à l'article 23, la partie la plus diligente peut présenter le cas au bureau de conciliation qui appréciera si le licenciement a été décidé pour des raisons dues à la candidature.
Art. 28. Ingeval een kandidaat voorkomend op de lijst waarvan sprake in artikel 19, lid 3 vóór de officiële instelling bedoeld in artikel 23 wordt afgedankt, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het verzoeningsbureau voor te leggen dat oordeelt of de afdanking geschied is om redenen eigen aan de kandidaatstelling.