Art. 7. En vue d'une désignation effective, en qualité d'intérimaire, pour exercer un emploi de conservateur des hypothèques, la préférence est donnée, parmi les candidats repris dans la réserve visée à l'article 1, alinéa 2, à l'agent le mieux classé dans le procès-verbal visé à l'article 5, § 2, alinéa 3.
Art. 7. Met het oog op een effectieve aanstelling als interimaris in een betrekking van hypotheekbewaarder wordt onder de kandidaten opgenomen in de in artikel 1, tweede lid, bedoelde reserve de voorkeur gegeven aan de ambtenaar die het best gerangschikt is in het proces-verbaal bedoeld in artikel 5, § 2, derde lid.