6° pour le candidat s'inscrivant à l'épreuve de la première année du grade de bachelier, la copie du ou des titres prévus à l'article 13, alinéa 1 ou, à défaut, un ou des certificats provisoires, étant entendu que la délibération concernant le candidat ne peut avoir lieu que sur présentation du ou des titres dûment homologués conformément aux articles 9 et 10 des lois de collation des grades académiques et le programme des examens universitaires, coordonnées le 31 décembre 1949, ou du certificat officiel d'équivalence du ou des titres obtenus à l'étranger;
6
° voor de kandidaat die zich inschrijft voor de proef van het eerste jaar van de graad van bachelor, het afschrift van het of de in artikel 13, eerste lid, bedoeld(e) bekwaamheidsbewijs(zen) of bij ontstentenis ervan, één of meer voorlopige getuigschriften, met dien verstande dat de beraadslaging betreffende de kandidaat pas zal plaatsvinden na voorlegging van het of de bekwaamheidsbewijs (zen), behoorlijk gehomologeerd overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, of van het officieel getuigschrift van gelijk
...[+++]waardigheid van in het buitenland behaalde bekwaamheidsbewijs(zen).