Cet amendement, qui reflète l'article 14, paragraphe 1, du protocole additionnel à la Convention sur les droits de l'homme et la biomédecine relatif à la transplantation d'organes et de tissus d'origine humaine, laisse aux États membres le soin de déterminer dans quelles conditions une personne est capable ou non de consentir à une intervention médicale.
Hoewel dit AM een weerspiegeling vormt van artikel 14, lid 1, van het aanvullend protocol bij het Verdrag over mensenrechten en biogeneeskunde, over transplantatie van organen en weefsels van menselijke oorsprong, laat het de lidstaten de ruimte te beslissen onder welke omstandigheden een persoon al dan niet in staat is in te stemmen met een medische procedure.