ceux auxquels s'applique le paragraphe 4 (c'est-à-dire les organismes de radiodiffusion qui, bien que n'étant pas établis dans un État membre, utilisent une fréquence accordée par un État membre ou la capacité satellitaire relevant d'un État membre ou une liaison montante vers un satellite, située dans un État membre).
omroepen waarop lid 4 van toepassing is (d.w.z. omroeporganisaties die, hoewel zij niet gevestigd zijn in een lidstaat, gebruik maken van een door die lidstaat toegekende frequentie of van een tot die lidstaat behorende satellietcapaciteit of van een zich in een lidstaat bevindende aarde-satelliet-verbinding).