De commun accord avec un centre d'enseignement, un groupe d'écoles ou un pouvoir organisateur, un candidat tel que visé à l'article 14, § 1, quatrième alinéa, peut également mentionner dans la convention d'employabilité qu'il se met à disposition pour des fonctions, branches ou spécialités pour lesquelles il dispose d'un titre de capacité censé suffisant ou d'un autre titre de capacité.
In onderling akkoord met een scholengemeenschap, scholengroep of inrichtende macht kan een kandidaat zoals bedoeld in artikel 14, § 1, vierde lid, zich in de overeenkomst inzake inzetbaarheid ook beschikbaar stellen voor ambten, vakken of specialiteiten waarvoor hij beschikt over een voldoend geacht of ander bekwaamheidsbewijs.