Par exemple, pour les contrats de crédit relatifs à un bien immobilier qui stipulent que le bien immobilier n’est pas destiné à être occupé en tant que maison, appartement ou autre lieu de résidence par le consommateur ou un membre de sa famille (contrats d’achat d’immeuble de rapport), les États membres devraient pouvoir décider de spécifier que les futurs revenus locatifs sont pris en compte lors de l’évaluation de la capacité du consommateur à rembourser le crédit.
Bijvoorbeeld voor kredietovereenkomsten met betrekking tot een onroerende goederen, die uitdrukkelijk bepalen dat het onroerend goed niet door de consument of door een gezinslid van hem mag worden bewoond als huis, appartement of andere verblijfplaats (huurkoopovereenkomsten), moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om te bepalen dat toekomstige huurinkomsten worden meegewogen bij de beoordeling van het vermogen van de consument om het krediet terug te betalen.