Concernant la question de savoir si les dispositions de l'arrêté royal précité du 13 janvier 1983 s'appliquent aux titulaires d'une pension inconditionnelle, il y a lieu de constater que la pension inconditionnelle: a) n'est pas accordée d'office à tous les indépendants; b) est une rent
e qui résulte de la capitalisation de cotisations, soit volontaires, soit insuffisantes, pour obtenir la couverture sociale prévue en faveur des indépendants et qui
ont été versées au cours de la période du 1er juillet 1956 au 31 décembre 1983; c) ne
...[+++]tient pas compte de la carrière professionnelle, mais seulement des versements effectués et relève ainsi davantage de la technique financière pure que de notre système de pensions conditionnelles; d) ne prend cours qu'à l'âge de 60 ans pour les femmes et de 65 ans pour les hommes; e) n'est octroyée seulement - nonobstant les versements effectués - qu'à la condition explicite qu'aucune pension conditionnelle (de retraite ou de survie) ne soit octroyée à l'intéressé; f) cesse d'être versée à partir du moment où une pension conditionnelle est octroyée; g) représente, la plupart du temps, un montant modique (moins de 10.000 francs par an); h) est irrévocablement perdue pour celui qui y renonce à un moment déterminé.In verband met de vraag of de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 13 januari 1983 van toepassing zijn op de personen die een onvoorwaardelijk pensioen ontvangen, moet worden vastgesteld dat het onvoorwaardelijk pensioen: a) niet ambtshalve aan alle zelfstandigen wordt toegekend; b) een rente is die
voortvloeit uit de kapitalisatie van bijdragen die ofwel vrijwillig zijn, ofwel die onvoldoende zijn om de voorziene
sociale dekking ten gunste van de zelfstandigen te bekomen en die tijdens de periode van 1 juli 1956 tot 3
...[+++]1 december 1983 werden gestort; c) geen rekening houdt met de beroepsloopbaan, maar alleen met de verrichte stortingen en dus meer te maken heeft met de louter financiële techniek dan met ons systeem van voorwaardelijke pensioenen; d) slechts ingaat op 60 jaar voor de vrouwen en op 65 jaar voor de mannen; e) slechts wordt toegekend - ondanks de verrichte stortingen - onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat aan de betrokkene geen enkel voorwaardelijk (rust- of overlevings) pensioen werd toegekend; f) niet meer wordt uitgekeerd vanaf het ogenblik dat een voorwaardelijk pensioen wordt toegekend; g) meestal uit een gering bedrag (minder dan 10.000 frank per jaar) bestaat; h) onherroepelijk verloren is voor wie er op een bepaald ogenblik van afziet.