Lorsqu'un affilié venait à décéder avant l'âge réglementaire de la mise à la retraite, ou atteignait cet âge et était à ce moment célibataire, veuf ou veuve sans enfants à charge, il était procédé au paiement d'un capital, calculé selon le système de la capitalisation individuelle (barème IIc) et sur la même base que celle utilisée pour le barème IIa (article 25 du règlement provincial sur les pensions).
Indien een aangeslotene stierf vóór de reglementaire leeftijd van oppensioenstelling, of deze leeftijd bereikte en op dat ogenblik ongehuwd, weduwnaar of weduwe zonder kinderen ten laste was, werd een kapitaal uitbetaald, berekend volgens het systeem van individuele kapitalisatie (barema IIc) en op dezelfde basis als deze gebruikt voor het barema IIa (artikel 25 van het provinciaal pensioenreglement).