Art. 9. § 1. Les armes individuelles sont pourvues de cartouches de sécurité encapsulées de calibre 9 x 19 mm à pointe ogivale ou de projectiles à tête creuse, avec ou sans noyau dur.
Art. 9. § 1. De individuele wapens worden van gemantelde veiligheidspatronen van het kaliber 9 x 19 mm met ronde neus of hollepunt-projectielen, al dan niet met harde kern voorzien.