1. Sans préjudice d'autres dispositions de droit civil, administratif ou pénal adoptées par les États membres, toute personne physique ou morale, sans distinction de nationalité, dont les droits légitimes, en ce qui concerne notamment son honneur et sa réputation, ont été lésés à la suite d'une allégation faite dans le cadre d'un service de media audiovisuel, bénéficie d'un droit de réponse ou de mesures équivalentes.
1. Onverminderd andere in de lidstaten geldende burgerrechtelijke, administratiefrechtelijke of strafrechtelijke bepalingen, komt aan alle natuurlijke en rechtspersonen, ongeacht hun nationaliteit, wier wettige belangen, met name aanzien en reputatie, worden aangetast door een onjuiste bewering tijdens een audiovisuele mediadienst, een recht toe op weerwoord of vergelijkbare middelen.