Art. 60. Dans les cas d'absence d'un mandataire depuis plus de deux mois, d'absence prévisible du mandataire pour une durée d'au moins deux mois ou d'attente de désignation d'un nouveau mandataire prévue lors d'une fin anticipée de mandat, un agent de l'organisme peut être désigné pour exercer des fonctions supérieures pour un emploi de rang A2 et A3 selon les conditions fixées à l'article 266.
Art. 60. Bij afwezigheid van een mandataris sedert meer dan twee maanden, bij voorspelbare afwezigheid van de mandataris voor een duur van ten minste twee maanden of in afwachting van de aanwijzing van een nieuwe mandataris bepaald in het geval van het voorbarige einde van een mandaat, kan een ambtenaar van de instelling worden aangewezen om een hoger ambt uit te oefenen voor een betrekking van rang A2 en A3, volgens de voorwaarden vastgesteld in artikel 266.