La fertilisation produite par le pâturage du bétail, exprimée en kg de N, d'une catégorie animale, est calculée en multipliant la densité moyenne du bétail de la catégorie animale concernée au cours de l'année calendaire concernée par le chiffre d'excrétion correspondant, le cas échéant sous déduction des pertes d'azote correspondantes, déterminées conformément à l'article 27, § 5, et par le pourcentage de la durée pendant laquelle les animaux de la catégorie animale concernée ont pu paître au cours de l'année calendaire concernée, conformément à la déclaration telle que mentionnée à l'article 23.
De geproduceerde bemesting door begrazing van vee, uitgedrukt in kg N, van een diercategorie, wordt berekend door de gemiddelde veebezetting van de betrokken diercategorie in het betrokken kalenderjaar te vermenigvuldigen met het overeenkomstige uitscheidingscijfer, in voorkomend geval verminderd met de overeenkomstige stikstofverliezen bepaald overeenkomstig artikel 27, § 5, en met het percentage van de tijd dat de dieren van de betrokken diercategorie in het betrokken kalenderjaar grazend hebben doorgebracht, overeenkomstig de aangifte als vermeld in artikel 23.