Les catégories d'animaux visées aux points a) et b) sont: les taureaux, les bœufs, les vaches allaitantes, les vaches laitières, les génisses pouvant bénéficier de la prime à la vache allaitante, et les autres génisses, ou tout sous-groupe d'animaux déterminé par l'État membre et inclus dans ces catégories.
De onder a) en b) bedoelde categorieën dieren zijn: stieren, ossen, zoogkoeien, melkkoeien, vaarzen die in aanmerking kunnen komen voor de zoogkoeienpremie, en andere vaarzen, of elke door de lidstaat vastgestelde subgroep van tot deze categorieën behorende dieren.