CONSIDERANT QUE L'APPLICATION DES NORMES COMMUNES DE QUALITE DEJA EN VIGUEUR DANS LES ECHANGES ENTRE ETATS MEMBRES A CERTAINS FRUITS ET LEGUMES COMMERCIALISES A L'INTERIEUR DE LA COMMUNAUTE AURAIT POUR EFFET D'INTERDIRE LA COMMERCIALISATION D'UNE PARTIE DE LA PRODUCTION ; QU'IL CONVIENT, DES LORS, DE COMPLETER CES NORMES PAR L'ADJONCTION D'UNE CATEGORIE DE QUALITE SUPPLEMENTAIRE AFIN DE PERMETTRE, POUR LA PERIODE PREVUE A L'ARTICLE 2 PARAGRAPHE 1 TROISIEME ALINEA DU REGLEMENT NO 158/66/CEE, LA COMMERCIALISATION DES PRODUITS QUI, NE POUVANT ETRE CLASSES DANS LES CATEGORIES SUPERIEURES, REPONDENT NEANMOINS A DES CRITERES DE QUALITE SATISFAISANT AUX EXIGENCES DES CONSOMMATEURS TOUT EN PRESENTANT UN INTERET ECONOMIQUE POUR LE PRODUCTEUR,
Overwegende dat de toepassing van de in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten reeds van kracht zijnde gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor bepaalde soorten groenten en fruit die binnen de Gemeenschap in de handel worden gebracht , tot gevolg zou hebben dat het in de handel brengen van een deel van de produktie wordt verboden ; dat het derhalve dienstig is deze normen aan te vullen door de toevoeging van een bijkomende kwaliteitsklasse , ten einde voor de periode bedoeld in artikel 2 , lid 1 , derde alinea , van Verordening nr . 158/66/EEG het in de handel brengen van produkten mogelijk te maken die , hoewel zij niet in de hogere kwaliteitsklassen kunnen worden ingedeeld , toch aan kwaliteitscriteria overeenkomstig de eisen van de ver
...[+++]bruikers voldoen , terwijl zij voor de teler een economisch belang hebben ,