Bien que la question préjudicielle ne précise pas entre quelles personnes
les dispositions en cause créeraient une différence de traitement et que le jugement a quo se réfère à une « discrimination entre [des] situations » (p. 6), il peut être admis, en se référant à la motivation de ce jugement, que la question porte sur la différence de traitement entre enfants nés hors mariage créée, quant à l'attribution à l'enfant du nom du père, par l'article 335, § 1 et § 3, alinéa 1, du Code civil, combiné avec l'article 319bis du même Code, suivant que le père est marié avec une autre femme que la mère de l'enfant ou n'est pas marié : dans le se
...[+++]cond cas, lorsque la filiation maternelle et la filiation paternelle sont établies en même temps, l'enfant porte le nom de son père (article 335, § 1); dans le premier cas, il ne peut le porter sans l'accord de sa mère (article 335, § 3, alinéa 1), même lorsque l'établissement de la filiation maternelle et de la filiation paternelle, quoique non simultané, procède d'une démarche simultanée.Hoewel in de prejudiciële vraag niet wordt gepreciseerd tussen welke personen de in het gedi
ng zijnde bepalingen een verschil in behandeling zouden teweegbrengen en in het verwijzend vonnis naar een « discriminatie tussen [.] situaties » (p. 6) wordt verwezen, kan, met verwijzing naar de motivering van dat vonnis, worden aangenomen dat de vraag betrekking heeft op het verschil in behandeling tussen buitenhuwelijkse kinderen, dat, ten aanzien van de toekenning van de naam van de vader aan het kind, voortvloeit uit artikel 335, § 1 en § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 319bis van hetzelfde Wetboek
...[+++], naargelang de vader gehuwd is met een andere vrouw dan de moeder van het kind of niet gehuwd is : in het tweede geval, wanneer de afstamming van moederszijde en de afstamming van vaderszijde gelijktijdig zijn vastgesteld, draagt het kind de naam van zijn vader (artikel 335, § 1); in het eerste geval kan het de naam van zijn vader niet dragen zonder de instemming van de moeder (artikel 335, § 3, eerste lid), zelfs wanneer de vaststelling van de afstamming van moederszijde en van de afstamming van vaderszijde, hoewel die niet gelijktijdig gebeurde, voortvloeit uit gelijktijdige initiatieven.