- L'article 42, § 2, alinéa 1, de la loi du 27 avril 2007 réformant le divorce viole les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation selon laquelle les articles 229, 231 et 232 anciens du Code civil ne restent applicables qu'aux demandes principales en divorce pour cause déterminée qui ont été introduites avant l'entrée en vigueur de cette loi, tant qu'un jugement définitif n'a pas été prononcé, et non aux demandes reconventionnelles qui sont introduites pour ces motifs après cette entrée en vigueur.
- Artikel 42, § 2, eerste lid, van de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie dat de vroegere artikelen 229, 231 en 232 van het Burgerlijk Wetboek enkel van toepassing blijven op de hoofdvorderingen tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten die zijn ingeleid vóór de inwerkingtreding van die wet, zolang geen eindvonnis is uitgesproken, en niet op de tegenvorderingen die op die gronden worden ingeleid na die inwerkingtreding.