2. Au plus tard en décembre 2016, la Commission examine si, lors de l'établissement des inventaires de gaz à effet de serre, les effets de l'application des lignes directrices 2006 du GIEC pour les inventaires nationaux de gaz à effet de serre ou un changement important des méthodologies utilisées par la CCNUCC donnent lieu à une différence de plus de 1 % dans le total des émissions de gaz à effet de serre d'un État membre prises en compte pour l'article 3 de la décision no 406/2009/CE, et elle peut réviser les quotas annuels d'émissions attribués aux États membres conformément à l'article 3, paragraphe 2, quatrième alinéa, de la décision no 406/2009/CE.
2. Uiterlijk in december 2016 onderzoekt de Commissie of de toepassing van de IPCC-richtsnoeren van 2006 voor nationale broeikasgasinventarissen, of een aanzienlijke wijziging in de gebruikte UNFCCC-methoden, voor het opmaken van de broeikasgasinventarissen uitmondt in een verschil van meer dan 1 % in de totale broeikasgasemissies van een lidstaat die relevant zijn voor artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG, en mag zij de jaarlijkse emissieruimten van de lidstaten herzien krachtens artikel 3, lid 2, vierde alinea, van Beschikking nr. 406/2009/EG.
