9. prend acte de la levée de la suspension de la Libye en tant que membre du CDH et prône la réintégration du pays; regrette toutefois que l'occasion n'ait pas été saisie d'établir des critères stricts et transparents pour la réintégration des membres suspendus, qui devraient, selon toute logique, reposer sur les critères initiaux présidant à l'élection; prie instamment le CDH de fixer sans délai de tels critères pour l'avenir et en ménageant la possibilité d'une évaluation cohérente de l'aptitude d'un État à être présent au sein du CDH sur la base de son bilan en matière de droits de l'homme;
9. neemt kennis van het feit dat Libië opnieuw lid van de UNHRC is geworden en steunt de wederopneming van het land; betreurt echter dat niet van de gelegenheid gebruik is gemaakt om strikte en transparante criteria af te bakenen voor de wederopneming van geschorste leden, die logischerwijze gebaseerd zouden moeten zijn op de uitgangscriteria voor verkiezing; dringt er bij de UNHRC op aan onverwijld dergelijke criteria voor de toekomst op te stellen met het oog op een consequente evaluatie van de geschiktheid van een land om in de UNHRC zitting te nemen op basis van zijn staat van dienst op het stuk van de mensenrechten;