21. invite les États membres de l'Union et le SEAE à s'engager activement dans le réexamen du CDH qui aura lieu en 2011 afin de renforcer le respect de son mandat; souligne que le CDH devrait davantage être un mécanisme d'alerte précoce et de prévention et que l'expertise des procédures spéciales devrait être mise à profit à cette fin; confirme la nécessité d'une procédure de réexamen transparente et globale du CDH, tenant compte des positions des ONG, de la société civile et des autres acteurs concernés; demande au SEAE d'informer la sous-commission "droits de l'homme" du Parlement européen de l'état d'avancement du réexamen;
21. roept de EU-lidstaten en de EDEO ertoe op actief deel te nemen aan de in 2011 door te voeren herziening van de UNHRC, opdat deze zijn mandaat beter kan vervullen; benadrukt dat de UNHRC meer zou
moeten fungeren als een vroegtijdig en preventief waarschuwingsmechanisme en dat met dat doel gebruik zou moeten worden gemaakt van de in het kader van de speciale procedures opgebouwde expertise; onderstreept dat een transparante en allesomvattende herziening van de UNHRC nodig is, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de standpunten van ngo's, het maatschappelijk middenveld en alle andere betrokkenen; roept de EDEO ertoe op de su
...[+++]bcommissie mensenrechten van het Europees Parlement op de hoogte te houden van de stand van zaken met betrekking tot de herziening;